woensdag 3 december 2008

Aan de ontwakende vrouw

Uit: Theosofie: Het Pad van de Mysticus: Katherine Tingley


Aan de ontwakende vrouw

De wereld heeft dringend behoefte aan een hogere psychologische invloed van de vrouw, en die kan alleen ontspringen aan een innerlijke geest van toewijding.
Zonder toewijding kunnen we geen echte vrouwen zijn.
De geest van toewijding moet door de vrouw in sterkere mate worden ontwikkeld, want deze opent de weg naar de Ziel. De mannen wachten hier onbewust op, zij willen haar in het leven van de vrouw aan de dag zien treden, en zodra ze duidelijk kenbaar wordt, voelen zij het en geven er gehoor aan, zelfs zonder dat een woord wordt gesproken. En onze kleine kinderen voelen het ook.
De grondtoon van toewijding in het leven van de vrouw maakt het gezin tot een heilige plaats, want hij geeft wijding aan elk uur van de dag. Wanneer deze geest van toewijding in en over het leven komt, voelt men zich gesterkt, geinspireerd: niets is onmogelijk; niets is moeilijk; niets is te veel.
De golf voert U als het ware mee, en ware magie is hiervan dikwijls het gevolg. De vrouw die uitsluitend op het intellectuele leven vertrouwt, doet zichzelf, haar kinderen en het gezin te kort, want zij kan aan hen die haar liefhebben niet die hartetoon overbrengen waarom hun ziel vraagt en die zij nodig hebben.
Het is het innerlijk leven, het harteleven, dat de vrouw moet zoeken en dat zij moet zien te verwezenlijken met alle moed en vastberadenheid van Ziel die in haar is.
Ik pleit voor het aankweken van de geestelijke wil die verborgen is in elk hart en gemoed. Ik dring er bij de vrouw op aan zich bewust rekenschap te geven van haar goddelijk vermogen haar eigen leven en dat van anderen zo te vormen, dat zij tot goddelijke resultaten leiden.
Ik vraag haar dringend zich van haar roeping in de wereld bewust te worden.
De vrouw heeft van nature een mystieke aanleg; zij leeft meer in het hart. Haar emotionele natuur wordt evenwel een bron van zwakheid als zij deze niet goed beheerst. Kon zij deze in toom houden en ten nutte maken, dan zouden zich in haar leven voortdurend nieuwe deuren openen; zij zou een steeds hoger klimmend pad van ervaring en geestelijke groei bewandelen.
De meest grootse taak die de vrouw thans kan verrichten, is zo vrouwelijk, zo spiritueel en sterk te worden, zo vol mededogen en zo hulpvaardig, dat zij de hele menselijke familie onder haar hoede neemt.
Zij zal haar huis tot haar altaar, haar koninkrijk maken; en van dit altaar, van dit koninkrijk, zal het evangelie van het leven naar alle mensen uitgaan.
Ik kan mij niet voorstellen hoe de mensheid ooit haar evenwicht kan herwinnen en zich kan verlossen, of hoe we ooit ons huis tot een ideaal oord van liefde en harmonie kunnen maken, als de vrouw zichzelf niet begrijpt. Want alleen het bezit van deze onschatbare kennis - de kennis van het zelf - stelt de man of vrouw in staat die symmetrie te ontwikkelen en te vervolmaken die het ideaal is.
Het lijdt geen twijfel dat de vrouw in de loop der eeuwen langzamerhand uit de koers is geraakt - hoewel dit ook van de man kan worden gezegd. Maar het pad van de vrouw is vaak verduisterd en de struikelblokken zijn talrijk en groot, waardoor in haar leven een onrust is teweeggebracht die maar weinig mannen beseffen.
Ik geloof dat mannen heel weinig weten van het innerlijk leven van de vrouw, want als een man zichzelf, zijn essentiele goddelijkheid en zijn mogelijkheden niet kent, hoe kan hij dan oordelen? Aan de andere kant, als de vrouw onbekend is met zichzelf en op haar beurt haar essentiele goddelijkheid niet kent, hoe kan zij het leven dan begrijpen, of weten wat haar plicht is?
Hoe kan zij de ideale vrouw worden waarnaar haar hart hunkert?
Een verkeerde opvoeding en de dwalingen van eeuwen hebben de vrouw in omstandigheden gebacht die onnatuurlijk en onwezenlijk zijn; en deze hebben op hun beurt haar hogere vermogens verlamd en haar gedwongen tot een leven dat niet het hare is.
De vrouw moet "zichzelf leren kennen", want hierin ligt haar werkelijke taak. Zij moet de mysterieen van haar wezen ontsluieren en in dat proces zal zij in lichamelijk, mentaal en geestelijk opzicht veranderingen ondergaan, en zal haar vrouwelijk-zijn op een hogere wijze tot uitdrukking komen. Zij zal niet langer de beperking ondervinden van een onbeduidend verstandelijk bestaan, want haar Ziel zou dat niet verdragen.
Haar aspiraties zullen zo hoog reiken, haar ideaal zoveel hoger en haar kennis zoveel groter zijn, dat zij haar opvattingen, haar leven, het terrein van haar activiteit, zal verruimen. Zo zou er niet alleen sprake zijn van de ideale vrouw, maar ook van de internationale vrouw. Een natie zou haar niet genoeg zijn. Zij zou de gehele wereld met haar liefde omvatten.
Op het mentale gebied speelt zich in deze tijd in het leven van de vrouw een harde strijd af, een hevige worsteling. Deze strijd wordt misschien niet openlijk in de geschiedenis vastgelegd, maar ze wordt opgetekend in de atmosfeer van de wereld en doet in de stilte van zich spreken.
Wil de vrouw de waardigheid van het ideale vrouw-zijn bereiken, dan moet zij haar vrouwelijkheid activeren. Zij werd als vrouw geboren en zij moet een vrouw zijn, in de hoogste betekenis van het woord. Er bestaan contrasten tussen de man en de vrouw, maar toch is er evenwicht - de hartewensen verschillen misschien in beiden, maar toch streven zij naar hetzelfde doel; hun intellectuele leven verschilt enigszins en is ontwikkeld onder andere omstandigheden en in een andere omgeving, maar ook hier streven zij naar hetzelfde doel.
Aan deze tegenstellingen ligt in de diepe onderstromen van het menselijk leven een verheven en grootse harmonie ten grondslag. Wanneer de vrouw haar juiste plaats inneemt en de man de zijne, zou er een nieuwe orde in de wereld tot stand kunnen komen – een nieuw leven, een wederopstanding van de geest, een uitstraling van de innerlijke, hogere, eeuwige hoedanigheden van de menselijke ziel.
Beide, man en vrouw, komen voort uit dezelfde goddelijke bron; zij zijn op zoek naar hetzelfde doel, zijn een deel van hetzelfde universele leven, worden bestuurd door dezelfde universele wetten van zijn.
De uiterlijke aspecten van beiden zijn verschillend en hun plichten zijn verschillend; maar zij hebben beiden dezelfde honger naar waarheid, dezelfde geestelijke wil.
Het eerste wat een vrouw moet leren als zij de wetten bestudeert die haar leven beheersen, is dat er een negatieve en positieve kant is aan de menselijke aard en dat negatieve vrouwen steeds bedrogen uitkomen. Zij blijven hun leven opofferen zonder enig heilzaam resultaat, brengen voortdurend in disharmonie kinderen ter wereld, die later op dezelfde wijze moeten lijden als zij. Want er is geen evenwicht in hun leven; er is geen rechtvaardigheid.
Begint een vrouw daarentegen het hogere leven te leiden, ten volle, op positieve en krachtige wijze, dan zullen alleen al door de atmosfeer van haar aanwezigheid de laagste en zelfzuchtigste pogingen van haar tegenstanders tot zwijgen worden gebracht.
Men kan de wereld niet in een ommezien hervormen, evenmin kan men het leven van een vrouw in een ogenblik veranderen. Laat de vrouw, in het besef van de fouten die door alle eeuwen heen zijn gemaakt, zichzelf leren kennen. Laat zij echter niet zo naar succes verlangen dat zij haar evenwicht verliest, en laat zij bovenal bedenken dat de beproevingen in het menselijk leven later vaak een zegen bleken te zijn.
Laat de vrouw die ontdekt dat haar huwelijk ongelukkig is, of die lijdt onder omstandigheden die door haar huwelijk zijn ontstaan, bedenken dat die dingen gebeurden omdat zij zichzelf niet kende. Had zij, toen het moment van de keuze
naderde, geweten hoe zij in haar leven de positieve eigenschappen naar voren moest brengen, dan zou het vermogen van de intuitie – de grote geestelijke factor in het leven – haar geest hebben verlicht. Dit zou haar niet alleen inzicht in haar zwakheden hebben gegeven, maar ook in haar kracht.
Ik geloof dat een van de grootste zwakheden van de vrouw schuilt in het feit dat zij dikwijls geen onderscheid maakt tussen ware en valse sympathie. En valse sympathie is een van de grootste struikelblokken op het pad van de Ziel – op ons eigen pad of dat van een ander. Om dit zwakke punt te versterken, moet de vrouw haar eigen aard bestuderen in zijn tweevoudigheid, want zonder die kennis is men vaak niet bij machte onderscheid te maken tussen de meeslepende kracht van de emoties, die een ontbindende en verzwakkende invloed uitoefenen, en de opwelling van ware
sympathie, die een verheven geestelijke kracht is.
Sympathie is altijd rijk aan verbeelding en geeft ons een juist beeld en een juist begrip van het werk dat voor ons ligt en waarmee we anderen kunnen helpen.
Sympathie maakt het menselijk hart zo ontvankelijk, dat woorden bijna overbodig zijn om de oorzaak van de moeilijkheden van een ander te ontdekken. Sympathie zet zich om in daden, bijna zonder dat daarbij woorden behoeven te worden gesproken.
De vrouw mag niet langer werkeloos toezien en zeggen, “Ik kan mij niet met onaangename dingen bezighouden; het zijn mijn zaken niet.” Bij alles wat de zuiverheid van het menselijk leven of de onschuld van de jeugd bedreigt, is de vrouw ten nauwste betrokken, en zij moet zich daarmee bezighouden in haar denken en gevoelens, voor de uiterlijke hervormingen, die de weinigen tot stand trachten te brengen, op een hechte grondslag kunnen worden gebouwd.
Ik denk dat als de vrouw zich nu op de juiste plaats bevond, of als zij zelf de juiste plaats had ingenomen, in het besef van haar diepere vermogens, haar Goddelijke mogelijkheden en haar heilige roeping – de wereld er niet zo slecht aan toe zou zijn. Dan zou er sprake zijn van echte samenwerking tussen mannen en vrouwen, meer begrip voor elkaars natuur, en beiden zouden een nieuwe, hogere richting aan hun leven geven. Dit moet tot stand worden gebracht wil de droom van de wederopbouw van de wereld een reëel feit worden.
Maar het is onmogelijk, en het zou hoogst onrechtvaardig zijn te zeggen, dat de schuld bij de vrouw ligt, of bij de man. Het zijn de onnatuurlijke omstandigheden van het tegenwoordig menselijk leven in het algemeen, die de vrouw maar al te vaak belemmeren en weerhouden, en die de oorzaak zijn van de onrust en het daaruit voortvloeiende ongeluk. Deze omstandigheden hebben hun weerslag op de man;
de daardoor verwekte onrust heeft op haar beurt een weerslag op de vrouw, en de gezamenlijke invloed van hun wederzijdse onrust en twijfel heeft zijn uitwerking op de kinderen, het huisgezin – en de natie.
In mijn streven de vrouw een dieper besef te geven van al wat de ontplooiing van haar hogere natuur betreft, ben ik ervan overtuigd dat als mannen en vrouwen gezamenlijk een ernstige poging deden in die richting, de twintigste eeuw het begin zou betekenen van een grote geestelijke opleving langs volstrekt nieuwe lijnen.
Houd het Licht brandende in uw hart, en als wachters op de heuvels van vrede zult u het eerste gloren van de nieuwe dag zien voor u beseft dat die dag op handen is.
***

Geen opmerkingen: